Werk & dilemma's binnen Vluchtelingenwerk Tilburg

Op deze pagina worden de werkzaamheden binnen de derdejaars stageplek bij Vluchtelingenwerk uitvoerig beschreven. Verder worden er een aantal dilemma’s en situaties beschreven die een impact hadden op mijn ontwikkeling.

 

Het kiezen van mijn werkzaamheden

op mijn eerste stagedag werd mij gevraagd een keuze te maken tussen de verschillende werkzaamheden op de afdeling waar ik mij het meeste mee bezig zou houden. Binnen de afdeling arbeidsparticipatie bestaan vijf categorieën aan werkzaamheden. Ik had de keuze uit cliëntbegeleiding, bedrijf contacten, gemeente contacten, arbeidsparticipatie workshops en het stagecafé. Ik heb toen gekozen voor de werkzaamheden rondom de cliëntbegeleiding, bedrijf contacten en workshops. Hieronder geef ik een korte beschrijving van deze drie categorieën werkzaamheden en de ervaringen die ik daarin heb opgedaan.

 

Cliëntbegeleiding
Het begeleiden van cliënten als arbeidscoach is voor alle HRM studenten bij Vluchtelingenwerk een centraal onderdeel van de totale werkzaamheden. Iedereen begeleidt cliënten bij het behalen van hun doelen op het gebied van arbeid. Als arbeidscoach is het je taak om cliënten te begeleiden naar een passende opleiding, stageplek, vrijwilligerswerk of betaalt werk afhankelijk van wat zij willen en wat bij hen past. Hoe je als arbeidscoach een cliënt begeleid ligt compleet in je eigen handen. Persoonlijk heb ik ervoor gekozen om mijn cliënten één uur per week te zien en daarnaast drie uur begeleiding te geven door middel van dingen uitzoeken en voorbereiden. Ook in hoeverre je bereidt bent om werkzaamheden voor een cliënt uit te voeren is je eigen verantwoordelijkheid. Zo ben ik in mijn vrije tijd een hele zondag met mijn cliënt Anwar naar een open dag van het ROC geweest. Anwar vond het namelijk heel spannend om alleen te gaan en wist niet goed hoe een open dag werkte. Omdat we naar die open dag zijn geweest wist Anwar nu met zekerheid dat hij in september wilde beginnen met een juridische studie. Ik vind het totaal niet erg om meer tijd te stoppen in het begeleiden van mijn cliënten. Zolang zij inzet blijven tonen en hun vraag om hulp binnen duidelijke doelen blijft zal ik voor ze klaar staan.

 

Door te kiezen om meer focus te leggen op het begeleiden van cliënten kreeg ik vijf cliënten toegewezen om te helpen in plaats van de drie cliënten die men normaal krijgt. Hoewel ik dit aantal relatief heel snel terug bracht naar drie cliënten is dit een focuspunt gebleven. De cliënten die ik toegewezen heb gekregen zijn namelijk relatief moeilijk om te begeleiden vanwege hun grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zo had ik een cliënt genaamd Ahmed die heel veel moeite had met de Nederlandse taal, geen werkervaring had en zoveel lichamelijke klachten had dat hij vrijwel geen fysiek werk kon doen. Toch wilde deze hij een voltijd baan vinden. Ik vond het heel moeilijk om hem te helpen omdat er zoveel tegen hem werkte. Ik heb toen samen met Ahmed naar openstaande vacatures gekeken om hem te laten inzien dat je opleiding, taalbeheersing, werkervaring en lichamelijke fitheid vaak nodig hebt voor een functie. Door op deze manier te werk te gaan liet ik Ahmed inzien dat we eerst kleine stappen moesten ondernemen voordat we effectief naar betaalt werk konden zoeken. Ik heb toen een Plan van Aanpak opgesteld waarin ik voorstelde naast de taallessen een taalcoach in te zetten, werkervaring op te doen in de vorm van vrijwilligerswerk en om bij een dokter te kijken wat er aan de fysieke klachten gedaan kon worden.

 

Een andere cliënt genaamd Zareedo had ook enorm veel moeite met de taal en wilde ook graag werk vinden. Dit zou normaal gesproken maken dat ik deze cliënt veel gemakkelijker kon begeleiden dan de meesten maar haar werkervaring was twee jaar oud. Om deze reden moest ze eerst ervaring opdoen in vrijwilligerswerk maar dit wilde niet lukken. Zareedo was totaal niet gemotiveerd, altijd te laat en hield zich niet aan haar afspraken. Ik merkte aan mijzelf dat ik er niet tegen kan als iemand om hulp vraagt en vervolgens totaal niet bereidt is om mee te helpen. Ik merkte dan ook dat ik totaal geen energie kreeg uit de uren die ik aan Zareedo weidde. Ik heb voor Zareedo uiteindelijk vrijwilligerswerk weten te vinden en heb toen afgedwongen dat ze dat werk aannam of dat we het traject anders zouden stoppen.

 

Wat ik tijdens mijn werk als arbeidscoach vooral heb geleerd is de manier waarop ik het beste informatie kan overbrengen. Ik kijk nu meer naar mijn gesprekspartner en de situatie waarin we ons bevinden om daar vervolgens het gesprek op aan te passen. Bij Vluchtelingen is de taalbeheersing vaak matig tot laag waardoor je als arbeidscoach goed moet nadenken over je verwoording. Aan het begin van mijn stage was ik erg lang van stof en had ik de neiging om alles te willen vertellen zodat er niets aan het toeval werd overgelaten. Dit bleek ineffectief dankzij de taalbarrière waardoor de kern van de boodschap vaak verloren ging. Cliënten gaven dan aan dat ze het begrepen maar dit bleek achteraf zelden het geval. Ik heb geleerd om informatie veel bondiger en to-the-point te brengen. Daarnaast laat ik cliënten nu aan mij uitleggen wat ik hen vertelt heb om te controleren dat alles begrepen is. 

 

Het geven van de participatie workshops
Naast het begeleiden van mijn cliënten heb ik me tijdens mijn stage ook bezig gehouden met het voorbereiden en geven van de workshops. Dit deed ik samen met mijn collega Chaima omdat het werk voor één persoon teveel zou zijn. Het was namelijk de bedoeling dat alle cliënten die we begeleiden negen workshop sessies doorliepen. In deze workshops werd veel van de informatie opgenomen die de cliënten nodig hadden om de arbeidsmarkt te begrijpen en zich daarin te kunnen redden. Elke workshop duurde vier uur lang en werd twee keer per week gegeven (aan verschillende groepen). Aan het einde van de workshops was er een stagecafé waar de al het geleerde kon worden toegepast.

 

Ik vond het heel leuk om de workshops te verzorgen. Net zoals bij mijn werk als arbeidscoach werd ik heel vrij gelaten in de manier waarop ik de doelstelling van het werk bereikte. Elke workshop had een bepaald onderwerp waarover de deelnemers moesten leren. Zolang dit onderwerp bereikt werd mochten Chaima en ik zelf invulling geven aan de opdrachten en de PowerPoint presentatie. Ik heb ook gemerkt dat ik heel goed ben in het geven van workshops en dat daar ook een duidelijk talent van mij ligt. Ik vind het heel interessant om na te denken over manieren om de deelnemers te bereiken en de informatie op een leuke manier over te brengen. Zo merkte ik dat het heel effectief was om steeds wat informatie te vertellen voor een aantal minuten met veel beeldende hulpmiddelen zoals filmpjes en foto’s. Ik ging dan de dialoog aan met de deelnemers om te zorgen dat ze zelf over het onderwerp gingen nadenken. Ook was dat een enorm effectieve manier om te testen of ze de lesstof begrepen.

 

Iets wat mij heel erg is bijgebleven van de workshops is toen de deelnemers tijdens de pauze aan het praten waren in het Arabisch. Normaal gesproken gebeurt dit niet omdat de meeste cliënten elke kans aannemen om hun Nederlands te oefenen. Chaima en ik waren verrast omdat we enkele seconden daarvoor nog aan het praten waren met de deelnemers in een heel positieve stemming. De stemming van het gesprek dat de cliënten onderling hielden was veel grimmiger. Chaima spreekt enkele woorden in het Arabisch maar kon ook niet begrijpen waar het over ging. Omdat dit voor mij toch wel een rode vlag was besloot ik om de stemmingswisseling te benoemen. Een van de deelnemers genaamd Kamiran vertelde dat het ging over een bombardement in Syrië waarbij goede vrienden van Osama waren overleden. Ik was heel geschokt door dit nieuws. Ik heb vaak over de oorlog gehoord op het nieuws maar het verhaal van Osama kwam veel dichter bij thuis. Het was tijd om met de workshop verder te gaan maar ik merkte dat de deelnemers er behoefte aan hadden om de situatie in Syrië verder te bespreken. We hebben toen allemaal aan tafel gezeten en hebben het uitgebreid over het conflict gehad. Op het einde van het gesprek voelde iedereen zich merkbaar veel beter en konden we de workshop in een opgeluchte stemming voortzetten.

 

Een ander moment wat mij heel erg is bijgebleven van de workshops is toen ik de deelnemers een opdracht liet doen over het benoemen van mensen hun kwaliteiten. De deelnemers moesten namelijk leren om hun eigen kwaliteiten te benoemen zodat ze die later konden gebruiken in een sollicitatiebrief of een sollicitatiegesprek. Omdat dit voor veel deelnemers in het verleden moeilijk is gebleken was het doel van deze oefening om de kwaliteiten van een beroemdheid te benoemen. We hadden drie beroemdheden uitgekozen voor deze oefening en hadden de kwaliteiten al genoteerd. De bedoeling was dat de deelnemers een foto van de beroemdheid te zien kregen en dat ze daarbij kwaliteiten moesten benoemen. Deze oefening ging prima tot dat er een foto te zien was van Barack Obama. Veel van de deelnemers vonden Obama een heel slechte man en sommigen vonden hem zelfs kwaadaardig. De kwaliteiten die Chaima en ik genoteerd hadden waren heel aardig en lovend. De situatie was heel gespannen en voor een moment wist ik totaal niet wat te doen. Toen bedacht ik me dat dit geen obstakel op dit punt hoefde te vormen. Dit was namelijk tijdens de vierde workshop en tegen deze tijd waren Chaima en ik goed bevriend geworden met de deelnemers. Er was ook sprake van een heel veilige omgeving waarin we vaak genoeg over moeilijke onderwerpen gepraat hadden. Op basis van deze realisatie besloot ik om niet van het onderwerp weg te rennen maar er juist de aandacht op te leggen. We hebben toen als groep besproken waarom sommigen Obama als een slecht persoon beschouwden en waarom. Ikzelf kende Obama als een goede man en vertelde dit dan ook aan de groep. Uiteindelijk werden we het er over eens dat iedereen goede en slechte kwaliteiten heeft en ik was heel blij dat we die workshop ook met die les hebben kunnen afsluiten.

 

Eén van de leerdoelen die ik voorafgaand aan de stage voor mijzelf had opgesteld, was om niet te lang op de details te blijven zitten. Ik heb heel erg de nijging om alles goed te willen doen en dit kan bij de workshops een probleem vormen. Zowel bij het voorbereiden als het maken van de workshops is er een beperkte hoeveelheid tijd. Ik wil graag dat elk detail van de presentatie goed is en tegelijkertijd zoveel mogelijk informatie meegeven. Het gevolg hiervan is dat ik in tijdsnood kom tijdens het maken en geven van de workshop. Dit merkte ik vooral in het maken van de eerste workshop. Deze workshop was puur bedoelt als een middel om kennis te maken met alle deelnemers. Toch heb ik daar uiteindelijk zes uur aan besteedt terwijl dit in twee uur makkelijk gekund had. Ik heb dit gelukkig wel meteen gerealiseerd waardoor ik aanpassingen kon doen aan mijn werkwijze. Zo maakte ik van tevoren een tijdsinschatting en deed die maal 1,5. Ook maakte ik eerst een totale versie die net genoeg zou zijn en voegde daar dingen aan toe voor zolang ik daar nog tijd voor had.

 

Het benaderen van bedrijven
Mijn laatste grote werkzaamheid binnen mijn derdejaars stage was om bedrijven te benaderen. Mijn werkte richt zich op arbeidsbemiddeling vanuit de aanbod zijde. Dit betekent dat ik opzoek moest naar organisaties waarmee ik cliënten kon matchen. Toen ik bij Vluchtelingenwerk begon had ik de verwachting dat er een soort database of uitgebreide lijst was van alle bedrijven waar cliënten eventueel geplaatst konden worden. Tot mijn verbazing had Vluchtelingenwerk Tilburg helemaal niets in deze richting. Omdat vestiging Tilburg nog maar net begonnen was met arbeidsparticipatie moest het gehele netwerk nog worden opgebouwd. Mijn taak bij het benaderen van bedrijven was om het eerste contact te maken. Mijn doel was om zoveel mogelijk bedrijven te vinden die bereidt waren om iets te doen om de cliënten te helpen. Dit kon in de vorm van een betaalde baan, stageplek of vrijwilligerswerk, maar ook in de vorm van zelf meedenken in wat een organisatie kan betekenen voor een cliënt. Zo kon een bedrijf bijvoorbeeld het eigen netwerk inzetten om een cliënt te helpen.

 

Wat mij heel erg is bijgebleven tijdens het benaderen van bedrijven is mijn gesprek met Verzorgingstehuis de Wever. Ik was namelijk opzoek naar een werkplek in een zorginstelling voor mijn cliënt Zareedo. Zareedo was in haar thuisland namelijk een verloskundige en besefte dat ze zonder her opleiding dit niet kon zijn in Nederland. Toch wilde ze graag werkzaam blijven in een herkenbare omgeving. Toen ik de Wever benaderde voor een openstaande vacature als schoonmaakster werd ik al snel de deur gewezen. De leidinggevende bij de Wever vertelde mij dat er heel veel ‘echte Nederlanders’ zoeken naar werk en dat we in de toekomst geen contact meer moesten opnemen. Ik was hierdoor echt geschokt omdat dit gewoon regelrecht discriminatie was. Sindsdien heb ik heel veel bedrijven benaderd en ben ik ook door heel veel organisaties afgewezen. Geen bedrijf zal dit ooit toegeven maar de meeste hebben geen interesse in het aannemen van een vluchteling omdat ze er meteen vanuit gaan dat ze beter af zijn met een autochtone Nederlander. In sommige gevallen hebben ze hierin ook gelijk maar het idee dat er al vanaf het begin zo naar de cliënten werd gekeken, maakte plaatsen erg moeilijk. In mijn ervaring waren het de bedrijven die Vluchtelingenwerk uit henzelf benaderde waar we uiteindelijk ook echt mensen plaatsten.

 

Het stagecafe
Een belangrijk onderdeel bij het benaderen van bedrijven was het stagecafé. Tijdens het stagecafé kwamen alle cliënten samen met leidinggevenden van verschillende organisaties. De leidinggevende ging hierbij aan tafels zitten en elke 10 minuten kwam er een cliënt zitten om een gesprek te voeren. Dit gesprek kon gaan over het vinden van werk bij de leidinggevende zijn organisatie, maar diende ook om te zien wat de leidinggevende verder nog voor de cliënt kon doen. Zo zijn er cliënten geweest die via het netwerk van de leidinggevende een passende stageplek hebben gevonden. Naast het vinden van werkopties en het netwerken diende het stagecafé ook om de cliënten datgene wat ze geleerd hadden te laten toepassen. Ook werd door het stagecafé de angst om met een leidinggevende te praten kleiner.

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                              Begin van het stagecafé

Voor het stagecafé heb ik met heel veel bedrijven gepraat wat mij echt heeft geholpen om mijn eigen netwerk uit te breiden en mij meer als professional neer te zetten. Zo heb ik op het stagecafé vijf van de zes interviews voor mijn onderzoek gevonden, kennis gemaakt met meerdere professionals uit het re-integratie werkveld en een stageaanbod gebrkegen vanuit fujifilm.

                                                                                                                                                                                                                                                                                                       Afstuitende foto collega's en cliënten